De afgelopen tien jaar veranderden steeds meer mensen van werkgever. Begin 2013 ging 2,8% van de werknemers aan de slag bij een nieuwe werkgever, in het derde kwartaal van vorig jaar was dat 5,3%, blijkt uit cijfers van het UWV. In een krappe arbeidsmarkt wisselen mensen sneller van baan, verklaarde het UWV: de risico’s zijn minder groot dan bij een overstap in een ruime arbeidsmarkt.
Slechts een op de drie werknemers werkt tien jaar of langer bij dezelfde werkgever, bleek eerder al uit cijfers van het CBS. Lang bij één bedrijf werken is niet meer de norm. Zeg op een verjaardag dat je al vijftien jaar bij hetzelfde bedrijf werkt en je krijgt geheid vragen: is dat niet slecht voor je cv? Hoe houd je het zo lang vol? En wordt het niet eens tijd om verder te kijken?
‘Vroeger, in tijden waarin je nog een gouden horloge kreeg bij een werkjubileum, was het not done om bij een werkgever weg te gaan. Tegenwoordig is het not done om ergens lang te blijven’, zegt organisatiepsycholoog Aukje Nauta, die verbonden is aan de Universiteit Leiden en zich bezighoudt met onder meer duurzame inzetbaarheid. Sommige werknemers schamen zich zelfs voor een lang dienstverband, omdat ze bang zijn te worden gezien als weinig avontuurlijk of ambitieus. ‘Niemand wil een sufferd zijn die blijft zitten waar-ie zit.’
Stilzwijgende kennis
Werknemers met veel dienstjaren kunnen waardevol zijn voor een organisatie, zegt Nauta. Zo kennen ze collega’s, klanten en producten als geen ander en begrijpen ze hoe bedrijfsprocessen zijn ingericht. Tacit knowledge wordt dat genoemd: stilzwijgende kennis. ‘Werknemers die al lang in een bedrijf meedraaien, kunnen op basis van eerdere ervaringen bijvoorbeeld goed inschatten of een nieuwe aanpak gaat werken’, zegt Nauta. Al blijft het belangrijk dat ze openstaan voor nieuwe ideeën, nieuwe collega’s en veranderingen in het bedrijf. ‘Als je vernieuwingen niet meer omarmt, bestaat het risico dat je indut of cynisch wordt.’ Nauta adviseert werknemers vacatures in de gaten te houden en te netwerken binnen en buiten de eigen branche, ook als ze geen plannen hebben om te vertrekken. ‘Het besef dat je de mogelijkheid hebt ergens anders te werken, houdt je fris’, verklaart ze. ‘Als werknemers weten wat hun opties zijn, maar toch weer kiezen voor hun huidige werkgever, is dat een bevestiging dat ze op hun plek zitten. Ze werken er niet omdat ze geen kant op kunnen, maar omdat ze het naar hun zin hebben.’ En andere opties zijn er ongetwijfeld, want de behoefte aan loyale, betrouwbare medewerkers is groot in deze krappe arbeidsmarkt.
Foto: Jan-Willem Sniekers, manager Strategy Office bij HEYDAY
Jan-Willem Sniekers (38)Werkt 15 jaar bij HEYDAY, een bedrijf voor facilitaire dienstverlening, dat onderdeel is van ADG Dienstengroep. Hij begon als stagiair en is sinds 2019 manager strategie & portfolio.
‘Vaak hoor ik: als je een financiële stap wil maken, moet je naar een ander bedrijf. Maar ik heb nooit salaris ingeleverd om een volgende stap te maken. Bovendien is geld niet mijn grootste drijfveer. Ik vind het belangrijker dat ik mijn competenties kan benutten en ontwikkelen in mijn werk, ruimte krijg om leuke projecten te doen en goed contact heb met collega’s.’ ‘Ik ben na mijn stage het bedrijf in gerold, met het idee: ik doe zoveel mogelijk ervaring op, dan wordt vanzelf helder wat ik wil. Mijn eerste functie was businessanalist. Daarna ben ik manager geworden, en doorgegroeid naar de staf en het directieteam. Er is zoveel veranderd, dat ik nooit de behoefte heb gehad te solliciteren. Zo is het bedrijf van 200 naar ruim 600 werknemers gegaan en is het klantportfolio flink gegroeid. Na vijftien jaar zit dit bedrijf in mijn hart.’
Lees het volledige artikel op de website van het FD.